Let Dillen
Natuurlijk Gezond
eutonie, stress verminderen, luisteren naar je lichaam, gezonde leefstijl, zelfzorg
23 juni 2025

Eutonie gaat over goed leven dankzij de juiste tonus of de juiste lichaamsinspanning
(Deze tekst verscheen ook in ONTroerd Magazine - Sereni)
Eutonie laat mensen in geborgenheid bij zichzelf thuiskomen.
We razen en rennen door het leven. We beschouwen daarbij ons lijf vaak als een vanzelfsprekendheid. Totdat dat lijf geraakt wordt door iets dat ons hart treft, door verlies. Ons lijf verkrampt dan, doet pijn of wil niet meer mee. Ook Renild Van den plas bleef niet gespaard van verlies en ervaarde het effect ervan op haar lichaam. Dankzij eutonie kon ze de moeilijke periodes in haar leven op een constructieve manier doorleven. Ze schoolde zich bij tot eutoniepedagoog om dat geschenk niet voor haarzelf te houden. In deze editie neemt ze ons mee in de wereld van eutonie.
Ik kan me voorstellen dat eutonie een grote onbekende is voor veel mensen.
Ja, dat klopt (lacht). Veel mensen denken spontaan aan euthanasie. Op zich vind ik dat een goede opener, want dan zeg ik altijd: "Euthanasie gaat over goed sterven en eutonie gaat over goed leven dankzij de juiste tonus of de juiste lichaamsspanning". Het gaat over die lichaamsspanning weer in balans krijgen, waardoor er terug levenskwaliteit kan ontstaan. Want als je tonus uit balans is, dan ben je hypertoon (overspannen) of hypotoon (depressief).
Lichaamsspanning, zeg je. Klopt het dan dat het lichaam centraal staat bij eutonie?
Ja. In onze huidige maatschappij staat het lichaam centraal met zalfjes en ditjes en datjes. We zoeken heel wat buiten onszelf voor dat perfecte lichaam. De vraag is dan maar of we het lichaam op die manier op een goede manier centraal stellen. Toen mijn man stierf, had ik overal pijn. Ik was 40 jaar en ik dacht dat het wel reuma zou zijn, omdat mijn moeder ook reuma had. Niemand van de zorgverleners rondom mij dacht eraan om zich de vraag te stellen of die pijn misschien verbonden was met de verlieservaring. Niemand. We zijn nu ruim 30 jaar verder en het is gelukkig al wel geëvolueerd, maar het schetst wel de afstand tot ons lijf. In eutonie gaat het net over die heel eigen relatie tot je lichaam.
Net dat lichaam kan sterk geraakt worden door verlies, zoals je zelf beschrijft bij het overlijden van je man.
Ja, bij een ingrijpende verlieservaring gaat je lichaam in kramp: je adem stokt, je verstart. Alles doet pijn, want je wilt niet wat er gebeurd is. Eutonie kan dan helpen het lichaam te ontkrampen. Toch ben ik schroomvol om eutonie in de rouwwereld te introduceren: wie ben ik om te zeggen dat dat voor iedereen goed zou zijn? Rouw is zo uniek, dat er niet één iets bestaat dat voor iedereen werkt. En tegelijkertijd merk ik wel dat eutonie mensen kan helpen om in die geborgenheid terug bij zichzelf thuis te komen om vandaaruit weer een relatie te vinden met hun omgeving, met andere mensen. Ik ben er immers meer en meer van overtuigd dat onze levensgeschiedenis zich in ons lichaam neerschrijft, waardoor het lichaam ook een ingangspoort is om aan herstel te kunnen werken. Ik denk daarbij aan een dame, die ik kende via mijn zoon die op haar kinderen had gebabysit. Zij belde me op kort nadat haar zoon uit het leven gestapt was. Ik ben meteen naar haar gegaan en ben de eerste drie dagen na het overlijden veel bij haar geweest. Ik heb haar toen heel wat eutonie aangeboden. En kennelijk heeft dat iets betekend: ze zegt nog steeds dat ik haar reddende engel was (lacht). Ik heb in die dagen met haar individueel gewerkt. Ik rolde met een balletje over haar arm, ik streek zacht met een zachte wollen rol over haar lichaam. Kleine ervaringsmomenten om haar naar de grond en haar lichaam te brengen. Zacht. Het is de zachtheid als antwoord op dat heel verschrikkelijk harde dat je overkomen is. Het is de zachtheid die doet ontkrampen. Twee jaar na de dood van mijn man, ben ik gevallen in de tuin. Ik brak daarbij mijn sleutelbeen. Ik zie me daar nog letterlijk en figuurlijk ontredderd liggen. Hoe moest ik nu verder met vier kinderen? Die breuk evolueerde over één frozen shoulder naar twee frozen shoulders. Ik kon niets meer. Ik ging toen naar een kinesist die dat weer los en op lengte wilde krijgen door te trekken en te sleuren. Ik weet nog hoe ik brulde van de pijn: "Dit wil ik niet!". Als je lijf al verkrampt is, heb je niet nog meer actie nodig om dat te ontkrampen. Het is de zachtheid die doet ontspannen en ontkrampen.
Komen tot ontkrampen via zachtheid: hoe moet ik me dat voorstellen?
We doen veel oefeningen, maar ik noem het eerder ervaringsmomenten, liggend op de grond op een wollen mat. Een wollen mat is niet alleen zacht maar geeft ook een andere sensatie dan liggen op een rubberen yoga/fitnessmatje. Sommige mensen nemen 2 of 3 matten, naargelang wat ze nodig hebben. Dat liggende werk laat je toe de raakvlakken met de mat op te zoeken en je bewust te worden van die aanraking. Ik herinner mijn eerste liggende oefeningen en hoe mijn toenmalige lesgeefster Therese Windels vroeg: “Waar voel je je aangeraakt door de mat?” Ik had daar tot op dat moment nooit bij stilgestaan. Die liggende oefeningen zijn vaak een openbaring voor mensen: “Tiens, ik lig hier en ik voel de mat, en ik voel mij aangeraakt”. Die wisselwerking gebeurt op huidniveau, op een zachte manier, langzaam. Het eerste eutonie-principe is niet voor niets aanraken en zich aangeraakt voelen. Dat is uiteindelijk ook de essentie van ons menszijn. We gebruiken zachte verkennende en stimulerende materialen, zoals een wollen rol, een wollen balletje. Voor veel mensen is dàt terug (durven) ervaren al een heel proces. Ik heb zelf ervaren hoe moeilijk dat was. Ik wou niet meer voelen, ik durfde niet meer voelen. Voelen was alleen maar fysieke en mentale pijn! En het is de heel geleidelijke opbouw waardoor ik me terug durfde openstellen. Als je ingrijpende verlieservaringen meemaakt, dan sluit je je immers af. De wereld, het leven is niet meer te vertrouwen. Ik maakte in 2008 mijn eindwerk over eutonie en rouw, en in dat werk zag ik in dat rouwen met vertrouwen te maken heeft. Terug vertrouwen vinden in jezelf eerst en vooral: “Wie was ik, dat mijn man stierf, dat mijn zoon stierf door zelfdoding. Wie ben ik nog als dat allemaal zo maar kan gebeuren? Wat is mijn aandeel daarin?”. En daarna natuurlijk het vertrouwen terug vinden in de andere mensen en in het leven zelf.
Het lijkt me een heel traag proces.
Ja, en die traagheid is het enige dat bij rouwende mensen kan helpen. Je kan die pijn en dat verdriet niet in één vingerknip weg willen. Ik herinner me dat ik me na de dood van mijn man pas na twee jaar realiseerde dat ik alleen verder moest. Het gaat over dat verlies laten zakken tot in al je weefsels. Riekje Boswijk-Hummel – psychotherapeut – beschrijft dat treffend. Als je een verlieservaring meemaakt, schrijft ze, word je eerst als een shuttle uit je gewaar-zijn geschoten. Je bent ontredderd. Geleidelijk aan kom je terug in je hoofd en probeer je te begrijpen wat er je overkomen is. Dan pas kan het geleidelijk zakken naar je hart, naar je emoties, tot in je hele wezen, zodat je weer wezenlijk contact kan terugvinden over de dood. Dat zakken gebeurt ook op de mat. Je wordt in de oefeningen aangesproken om te ervaren waar je je aangeraakt voelt, en om te ervaren dat de mat en de grond je dragen. De grond die draagt en je aanraakt is daarin de therapeut. De methode werkt door geleidelijk te voelen dat er raak- en draagvlakken zijn, waardoor het brein concludeert dat het veilig is en je tonus mag loslaten. Maar je begint dus traag, traag en langzaam, via een fantastisch goed opgebouwde methode uitgewerkt door Therese Windels in de VES (Vlaamse Eutonie School). Als eutoniepedagoog ben je facilitator.
Je zegt uitdrukkelijk pedagoog.
We werken voornamelijk in groep. Het groepsgebeuren is een meerwaarde, omdat je inspiratie kan vinden in wat anderen in de groep delen. Ik heb dat zelf erg ervaren toen ik 5 jaar na de dood van mijn man op mijn eerste cursus ging. Dat was een cursus van volle cursusdagen. Ik was altijd als eerste klaar, en ik vond dat ik dat allemaal kende en kon. Ik lag mij daar eigenlijk gewoon te vervelen: het ging te traag en ik zat heel de tijd te denken aan al het werk dat er thuis nog te doen was. Ik stond mijlenver – ondanks dat ik altijd nogal fysiek actief en sportief was geweest – van mijn lichaamsgevoel. Maar ik leerde heel wat van wat anderen deelden. Wanneer andere cursisten toen vertelden wat zij ervaarden, dan wist ik niet wat ik hoorde: "Het bestaat dus dat je dat allemaal ervaart in je lichaam!". Op het einde van die eerste cursus besefte ik dan ook dat het niet gaat over kunnen of kennen, maar over ontdekken en bewust worden. Dan heb ik geleidelijk toegelaten om te voelen. Dat heeft tijd gekost, dat dalen. Je kan het voor veel mensen beschouwen als een heropvoeding. De lichamelijke opvoeding die ze gekend hebben, heeft niets met lichaamsbewustzijn te maken. Bij eutonie staat dat lichaamsbewustzijn voorop: wat neem je waar? En waar? En soms is dat veel pijn. Dan is de vraag: blijft die pijn je aandacht trekken of kan je de keuze maken om voorbij die pijn ook eens te gaan onderzoeken of er liggend op de mat zones zijn die wel deugd doen? Met die uitnodigende vragen tot gewaarworden help je mensen om uit de fixatie op hun pijn te komen, want er is meestal ook het andere: het is en-en. Als je beter kan ervaren waar je mee bezig bent, hoe je zitvlak de stoel raakt, je hand de leuning…, dan ontwikkel je een zelf- en lichaamsbewustzijn dat enorm preventief is. Je wil uiteindelijk ook dat mensen terug in het leven staan, dat ze terug hun plek en taak in de wereld vinden. Ik geef geen adviezen of oplossingen. Ik faciliteer, zodat mensen dichterbij hun autonomie komen, bij hun zelfredzaamheid. Ik prikkel hen zacht met die uitnodigende vragen tot een onderzoekend waarnemen. Ik nodig hen uit om op ontdekking te gaan, aandachtig te observeren, te verkennen wat ze gewaarworden. Dat vergt aandacht. Het is dus niet de bedoeling dat ze zo ontspannen dat ze in slaap vallen. Het gaat traag maar het is wel aandachtig werken. Het gaat er om dat mensen via de ervaringsmomenten in groep terug in relatie tot hun lichaam, zichzelf en de wereld om hen heen komen. En dan zie je prachtige dingen gebeuren.
Het lijkt me dat aandacht daarin een belangrijke is.
Absoluut. Aandacht in het lichaam dan wel. Mensen vragen vaak wat het verschil is tussen mindfulness en eutonie. Bij mindfulness ben je mind-full: je bent met aandacht bezig en je overloopt je lichaam. In eutonie voegen wij daar het concrete tasten aan toe. We gaan bij gewaarwordingservaringen altijd van je hoofd naar je voeten: altijd uit je hoofd. Dat zeggen mensen ook: "Nu heb ik twee, drie uur niet in mijn hoofd gezeten. Hoe fantastisch is dat, wat een openbaring."
Je draagt zelf een hele verliesgeschiedenis met je mee. Je verloor je moeder plots toen je 17 was, en later je man, je zoon, je broer en zus aan zelfdoding. Wat heeft je daarbij geholpen?
Aanvankelijk is het overleven. Na een verlies is alles allemaal zo onbekend. Het voelt alsof je op een onbewoond eiland geslingerd wordt, waar niets je kan helpen en niemand je verstaat. En dan is het zoeken wat je helpt, en dat vinden en soms ook niet vinden. Na de dood van mijn man was mijn copingstrategie rationaliseren en minimaliseren – wat anderen meemaakten was tien keer erger dan waar ik doorging. Dat was nodig om het huishouden met vier kinderen draaiende te houden. Ik dacht toen dat we het allemaal goed hadden overleefd. Ik zei dat ook nog tegen mijn zoon Michiel. Een paar maand later stapte Michiel zelf uit het leven. Na de dood van Michiel heb ik het wel anders aangepakt. Toen mijn man gestorven is, ben ik na een week terug gaan werken. De mensen zeiden me ook: “Sterkte, ge moet vooruit, leef er maar overheen”. Na de dood van Michiel ben ik direct gestopt met werken, en heb ik een jaar tijd genomen. Toen had ik gelukkig al wel eutonie leren kennen. Dat was mijn redding. Maar zoals gezegd, je zoekt en vindt. Ik heb heel wat zaken gedaan, zoals kunstzinnig schilderen, mandalatekenen, sacrale dans… Allemaal dingen die mij uit mijn hoofd haalden en me deden zakken. Ik las ook veel en vond troost in o.a. boeken van lotgenoten of van Riekje Boswijk-Hummel bijvoorbeeld. Ik volgde cursussen, zoals ‘Anders omgaan met sterven en rouw’ bij Timotheus. Ik ging naar zelfhulpgroepen, wat ook deugd deed, want dat gaf veel (h)erkenning. Ik organiseerde zelf ook zaken, want dat zit nu eenmaal in mijn natuur. Zo organiseerde ik na Michiel zijn dood schaalmomenten. Dan nodigde ik hier thuis bijvoorbeeld de familie uit met Tinne De Winter (verbonden aan Timotheus) erbij die dat begeleidde. Een maand later organiseerde ik dan een schaalmoment met al Michiel’s vrienden van de Chiro, een andere keer met alle klasgenoten… Ik heb dat een jaar lang gedaan, elke maand eentje. Tinne begon dan telkens met de vraag welke verliesmomenten men heeft meegemaakt, en zo werd dat een schaal waarin we samen zochten naar hoe je met verlies kan omgaan. Dat was heel mooi en verbindend. Ik heb Tinne ook uitgenodigd om twee keer een cursus te geven aan een moedergroep die ik samenbracht van moeders die allemaal een zoon verloren hadden. We waren met 8 en kwamen toen 1 keer per maand samen om met rouwtechnieken, rouwgesprekken, soms geleid door mensen van buitenaf, te ontdekken wat ons overkwam en hoe we daar mee om konden gaan. We zien elkaar nu nog een of twee keer per jaar, nu eerder over koetjes en kalfjes, of ook nog dingen die we ergens anders niet kwijt kunnen. Dat is zeker ook helpend geweest.
Wat zijn jouw dromen?
Iets in de trant van: zij leerde haar volk voelen (lacht). Of beter nog: zij leerde haar volk waarnemen. Neen, nu wat serieuzer. Mijn droom is dat eutonie in de psychotherapeutische wereld een waardevolle speler mag worden, als basis voor de therapeuten om te weten wie ze kunnen doorverwijzen, om op die manier het totale proces van de cliënten te faciliteren. Een stevige samenwerking met psychotherapeuten tussen wat zij met de mensen doen en het fysieke aspect wat toch een aparte benadering is. Als dat kan samenkomen, dan komen mensen ook meer vanzelf terug bij zichzelf. Dan mogen ze zijn wie ze zijn. Dan kan je dragen wat je te dragen hebt, met steun aan je voeten en met steun van hoe je zit. En ik ben hoopvol gestemd want grote denkers in het veld, zoals Dirk De Wachter, Paul Verhaeghe, Stephan Claes, beginnen het lichaam te herwaarderen. Mooi toch. Eenzelfde beweging zie je binnen de traumaliteratuur met Bessel van Kolk en Gabor Maté. Voor een andere droom ga ik te leen bij een interview dat ik las in De Morgen bij de rubriek vragen van Proust. Dat was een actrice – ik ken haar niet – die een accident had gehad en zei dat mildheid en lichtheid haar hadden geholpen bij het fysiek herstel. Mooi is dat. Een droom is dat we dat zaadje kunnen planten bij (rouwende) mensen: “Ga op een zachte manier dingen doen. Wees mild voor jezelf, oordeel niet, veroordeel niet, wil niet van alles bereiken. Neem tijd.” Ik droom er ook van dat mensen doen wat ze voelen dat ze moeten doen. Ik moet zelf denken aan de verschillende manieren waarop ik al afscheid heb moeten of kunnen nemen. Toen mijn moeder heel plots gestorven was in een ziekenhuis, werden we opgebeld met de boodschap dat - als we haar nog wilden zien - we meteen moesten komen. We kwamen toen op haar kamer waar ze dood lag. En dat was dat. Er was 0.00000 aandacht voor ons of enige vorm van begeleiding. Dus wij stonden daar. Dat beeld staat, nu al 50 jaar, op mijn netvlies gebrand. Toen mijn man gestorven was, dacht ik meteen: "Nu ga ik dat anders doen, want het afscheid van mijn moeder was niet goed geweest." Maar ik had geen handvaten, of kader. Ik heb dan gedaan wat kon. Toen Michiel stierf, hebben we hem thuis opgebaard. En dat was een wezenlijk verschil. Mijn oudste zoon, Mathijs, zegt dat nog vaak hoe goed dat dat was. Doen wat je voelt wat bij jou past.
Wat kan je troosten in momenten van gemis?
Het verdriet en het gemis er laten zijn is troostend. Ik stop het niet meer weg, ik zeg niet sorry als er tranen komen, ik moet niet sterk zijn. Het er laten zijn. Ook verbindende zaken zijn belangrijk voor mij. Onder de kast staan de schoenen van ons Lut (zus) en onze Jan (broer). Zij zijn op die manier troostend nabij. Dingen die diegene die er niet meer zijn nog levend nabij brengen: die schoenen, of de schilderijen van Michiel, of die bloempot die ik kreeg van Jan en die na 10 jaar ineens een bloem krijgt. Dat is ook troostend. Soms zijn ervaringen ook troostend. Ik heb zo iets bijzonders meegemaakt met een vlinder. Michiel heeft zijn eindwerk bij Anne-Marie gemaakt, die ons schildertherapie gaf. Een jaar na de dood van Michiel liet zij me weten dat ze op een lange tocht vergezeld was van vlinders. Bij elke vlinder dacht ze terug aan Michiel. Het tweede of derde jaar na de dood van Michiel zei ik ’s ochtends tegen hem: "Geef me vandaag eens een teken dat je nog ergens bent." ’s Avonds zat ik nog wat in de avondzon in de tuin en ineens landt er een vlinder met een stukje uit zijn vleugel op mijn arm. Ik schrik eerst, maar besef te laat dat dat het gevraagde teken was. Eventjes later komt die vlinder terug. Dat is zo troostend. Dat raakt een snaar van gemis én verbondenheid. Het is ook de aandacht die iemand nog heeft voor jou met je verlies. Diezelfde kunstzinnige therapeute zei me op een bepaald moment na dood van Michiel: "Renild, misschien kan hij vanaf de overkant meer betekenen voor deze wereld". Die uitspraak vergeet ik nooit. Zij gaf mij daarmee een bijzonder perspectief. Het gaat opnieuw over aandacht, aanraken en aangeraakt worden.